In de haven van Vlissingen leidde een oplettende melding tot een grote vangst. Dankzij de scherpe blik van een burger kon de politie voorkomen dat een aanzienlijke hoeveelheid drugs ons land binnenkwam. 

Agent houdt een telefoon in de hand met daarop het beeld van een wit busje.
0:00
0:00
/
0:00

Een verdachte situatie

Op een parkeerplaats in de haven van Vlissingen zag een melder midden in de nacht een groep mannen bij elkaar staan. Het tijdstip en de situatie voelden niet pluis. Hij besloot dit te melden bij de meldkamer. Voor de politie zijn dit soort meldingen onmisbaar: “Negen van de tien keer klopt dat onderbuikgevoel,” vertelt een agent.
 

De eerste bevindingen

Meerdere eenheden gingen direct ter plaatse, samen met de Koninklijke Marechaussee en de Officier van Dienst. Daar troffen zij zeven mannen aan. Na identiteitscontrole bleek dat zij uit het buitenland kwamen, één van hen had een defensie-achtergrond. In hun voertuigen vonden de agenten duikuitrustingen, compleet met flessen, zwemvliezen en duikpakken. Ook waren er twee waterscooters aanwezig waarvan de lampen waren afgeplakt. Aan de vesten hingen moersleutels, gereedschap waarmee iets geopend kan worden. Genoeg reden om de mannen aan te houden en verder onderzoek te starten.

Het onderzoek in de haven

Een duikteam van de Douane werd ingeschakeld. Onder een schip, bijna anderhalve kilometer verderop, troffen zij een zogeheten zeekast aan. Daarin zat 150 kilo cocaïne. Voor de politie was deze melding cruciaal: niet alleen werden de mannen op tijd gestopt, ook werd voorkomen dat een grote hoeveelheid drugs de samenleving bereikt.

Samenwerken voor veiligheid

Volgens de betrokken agenten toont dit voorval hoe belangrijk samenwerking is. Burgers, medewerkers in de haven en politie zijn samen de ogen en oren van veiligheid. Een agent benadrukt: “Al denk je dat het misschien niets is, bel toch. Als het wél iets blijkt, kan dat een groot verschil maken. Voor je eigen wijk en voor je eigen veiligheid.”